Het ongemak lijkt hem in de genen te zitten. Zie en hoor schrijver en dichter Nyk de Vries (44) optreden – in een tent op Lowlands, een container op Noorderzon – en er begint wat te kruipen. Onderhuids. Ongerief dus, vakkundig verpakt in absurdistische teksten met een sterk getimede tragikomische noot.
In zijn nieuwste roman, Renger, is het niet zozeer het ongemak dat de lezer bij de lurven grijpt, als wel het mysterie. Wie is toch de geheimzinnige Renger uit de titel, de bestuurder van de witte Volvo die de naamloze hoofdpersoon – een jonge Friese schrijver – op een dag een lift aanbiedt en hem mee terug voert naar het Friesland en Groningen van zijn jeugd?
Renger is een (deels) autobiografische familiegeschiedenis, een bildungsroman en een road novel ineen. Een raamvertelling die knap speelt met feit en fictie, met heden en verleden. Een verhaal over een vader, De Vries’ eigen vader.
Onder deze oppervlakte: een relaas over hemzelf en de zoektocht naar zijn plek. In het gezin waarin hij opgroeide, met die door crisis en oorlogsjaren ingegeven argwanende en zuinige vader. In de bedrieglijk grenzeloze kunstenaarswereld waarin de hoofdfiguur zijn toevlucht zoekt. In Amsterdam, waar hij na een studie in Groningen opnieuw begint. Hij wil zich laten kennen – ver weg van alle mooipraters, types voor wie zijn vader hem meermaals waarschuwde, omdat ze de dingen mooier maken dan ze zijn.
Er zit niks anders op: het is instappen en meerijden geblazen
Renger is er zo een, een mooiprater. Ondanks een verontrustend onderbuikgevoel stapt het dwarse
hoofdpersonage toch bij hem in. Ook voor de lezer zit er niets anders op: het is instappen en meerijden geblazen.
Met veel vaart en in mooie heldere taal ontvouwt zich stukje bij beetje een curieuze familiegeschiedenis, omlijst door een al even wonderlijke en soms duistere autorit. Een compositie die verwarring zaait en bovenal nieuwsgierig houdt, niet in de laatste plaats omdat hoofdstukken over toen en
nu elkaar afwisselen. Met oog voor detail: de passages onderweg zijn aangeduid met een kleine tekening van een Volvo aan het begin van het hoofdstuk. Fijn.
Eveneens opmerkelijk is dat wat zich afspeelt in het verleden is geschreven in de tegenwoordige tijd en andersom. Omdat heden en verleden zo onlosmakelijk met elkaar zijn verweven? Wie zal het zeggen. Ook de identiteit van Renger blijft tot het eind ongrijpbaar. Is hij een schim uit het verleden? Een spiegelbeeld?
Vervelend? Nee.
Laat Renger de roman zijn waar we Nyk de Vries van kennen. Maar nooit helemaal, zodat we niet uitgelezen raken.
Verschenen in Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant, 18 december 2015