Na jaren van denken en dromen, vertrok ik eind 2016 voor drie maanden naar Nieuw-Zeeland. Niet met een verkering of een vriendin, zoals ik het me had voorgesteld, maar alleen. Onderweg legde ik zo nu en dan mijn belevenissen vast.
Deze week reed ik onverhard naar het einde van de wereld, wat aanvankelijk wat ver leek om te ontdekken dat diepdonkere grotten met niets dan doodsangst aanjagen, welke zeldzame spin er ook in een zakje aan het plafond woont. Een blinde in dit geval, volgens de lokale museummanager. (‘I mean, it’s dark in there anyway, so that would make sense, aye’.)
Niettemin toog ik dapper op hike of tramp, ik weet nog steeds het verschil niet, en werd gauw rijkelijk beloond met bomen, beken, rivieren, een spiegelmeer, zee, strand, jungle, wonderlijke vergezichten, flirtende koeien (weinig mensen hier) en prachtige zonsondergangen.
Wonen in een regenboog
De vijf dagen die ik sleet aan de rand van de aardkorst, woonde ik in een regenboog. Een regenboog met een permacultuurtuin, waar in de decemberse zomerzon de biologische bloemkolen welig tierden. Een regenboog met een woonkamer bovendien, waar vermoeide gasten zich te rusten konden leggen op een van de banken voor de open haard, of op de ‘Endorphin Mat, the Global Gypsy Bed of Nails’, gelegen op de regenboogsofa. De mat vol witte noppen beloofde pijnverlichting binnen een kwartier.
‘Supposed to be incredible’, aldus de Oostenrijkse gastvrouw. ‘But I guess you have to be naked. So… well.’ Ze haalde haar schouders op. Om de balans tussen hemel en aarde te bewaren, had iemand Monopoly achtergelaten op de grote hardhouten tafel in de kamer.
Karamea, het centrum aan het einde van de wereld
De regenboog bood eveneens onderdak aan het lokale radiostation met Japanse roots, gezeteld in het voormalige hout- en kolenhok op de met metershoge cactussen bezaaide buitenplaats.
‘Twelve years ago, we’ve changed it overnight into a radio station’, verklaarde Tristan, hostelmanager en een van de drie oprichters van Karamea Community Radio. Op mijn verzoek opende hij de paars geverfde deur naar de studio; de deur naar betovering en het centrum aan het einde van de wereld, zo bleek.
Be careful what you wish for
‘Karamea may seem far away, but actually it’s not’, legde Tristan uit, staand tussen enkele lege pakken sake, honderden oude (rock-‘n-roll-)platen en een grote poster van Bob Marley. ‘Everything just happens here. When you ask for something, it happens. Whether it’s a day later or a month.’
Hij dacht een ogenblik na. ‘Yeah, you put it out there and it happens’, zei hij nog eens. ‘It’s like all the energy comes to this point. So actually you have to be careful what you wish for.’
En hij kon het weten.
Het moment voor notities, leek me. Dus mompelde ik iets over journalist en niet aan het werk hoor, maar niet willen vergeten, en beitelde driftig wat steekwoorden in mijn telefoon en mijn hoofd. Of hij misschien een voorbeeld had dat de magie van Karamea voor deze buitenstaander zou illustreren?
Een wonder geschiedde
Het bleef even stil. Immers, alles gebeurt in Karamea. Neem nou de keer dat hij met een van de andere radiomakers de wens uitsprak om de studio aan te kleden met nieuwe, energiezuinige 12 watt-lampen. ‘We’ve only had spoken about it twice. And then suddenly this guy stops over in front of the hostel, carrying along exactly those lamps.’
Tristan keek me aan met hoofdknik, als om te benadrukken wat voor wonder zich destijds had voltrokken. ‘So, this guy, he says: this is the only place where I’m gonna stop, because I’m on my way to a festival, but I think you really have to see this.’
Hij trok een wenkbrauw op en pauzeerde even, zodat ik de impact van deze gebeurtenis goed tot me kon laten doordringen. ‘So… he felt like he had to stop and show us his lights. Crazy, aye?’
Afgezaagd duimtopje
Kort daarop werd de studio bevoorraad met 150 nieuwe, energiezuinige 12 watt-lampen. Deze verlichtende gebeurtenis wist desondanks niet te verhinderen dat Tristan enige tijd later het topje van zijn rechterduim bij de nagelriem afzaagde met een elektrische zaag, bezig een schutting voor een feest in elkaar te klussen. Waarop hij zich met opgeraapt topje en al naar het ziekenhuis had gespoed.
De arts had slecht nieuws: hij kon het topje er niet meer aan zetten, de gemankeerde duim was te beschadigd. Nou, dat kon allemaal wel zijn, vond Tristan, maar daar dacht hij toch anders over. ‘I was like: I want the thing back, man. I want it back.’ Een grijns. ‘What’d you think? It grew back.’
Ik legde mijn telefoon aan de kant, keek met een schuin en licht ongelovig oog naar zijn duimen. Tristan haalde zijn schouders op en herhaalde nog maar eens de kern van zijn boodschap. ‘This place has got a little bit of magic going on for some reason.’
Een exploderende auto en een radioshow
Op mijn vriendelijk aandringen diepte hij een laatste voorval op uit zijn geheugen, dat Ć¼berhaupt een poosje matig had gefunctioneerd na een auto-ongeluk. Waarop hij met zo veel scherpte en humor vertelde over de dag dat er een auto was geĆ«xplodeerd in zijn gezicht terwijl hij ‘m net aan het repareren was, dat ik met plezier begon te geloven in de helende werking van tijd en leven in Karamea.
‘The whole top half of me burned’, ging hij onverdroten verder. Ditmaal was hij in het ziekenhuis beland met tweedegraads brandwonden vanaf zijn middel tot aan zijn gezicht. En wat denk je? Niks meer van te zien. Want, tja… Karamea! ‘And yeah, I’m pretty good at healing I guess.’
Magie op de radio
Maar, anyway, wilde ik niet een radioshow maken die avond? ‘We like our guests to do that. You only need a dj name, a photo and a playlist.’
Ik dacht even na.
‘Only if I can interview you. About the magic of Karamea’, zei ik, zo veel dapperder dan ik me voelde.
Hij aarzelde. Ik aarzelde. Maar, ja. Karamea.
Van het gedroomde professionele diepte-interview kwam weinig meer terecht dan een paar rommelige maar o zo leuke versnipperde pogingen tussen de liedjes door. Wel gaf dj Von Dutch zich over aan de magic van Karamea. En was ik, samen met Tristan en zijn goedgeluimde duimen en pijnvrije lichaam en geest een avond lang te horen op de Karamea Community Radio, met mijn eigen Nieuw-Zeeland-playlist.
Er luisterden twee mensen. Ongeveer. Misschien. Denk ik. Het geeft niet. Want ik durfde eigenlijk toch al niet. En toch durfde ik.
Crazy, aye?